ZOETERMEER (ZH) – “Het zijn jij en ik met z’n tweetjes Heiko, hopelijk blijft het eventjes zoals nu”, zeg ik mijn nieuwe celgenoot. Hoezeer ik eenieder ook respecteer heb ik nog zeer veel moeite met de Italiaanse taal. Stel je voor dat er een dominante Italiaan ons komt vergezellen, dat trek ik niet hoor. “Zo zie je maar jongen, je had het slechter kunnen treffen. Je kunt in ieder geval je eigen taal spreken nu!“ Het enige wat die arme jongen doet is knikken en naar de grond staren.
Er heerst rust in het blok. De meesten zijn luchten, maar wij blijven binnen om een beetje nader kennis te maken. Marcio en Mario en de anderen zal ik hem morgen eventueel voorstellen bedenk ik me. Vanavond zal ik proberen of ik wat opgestoken heb van Isy’s kookkunsten. Wat is het wennen zonder hem. Bizar hoe snel je een innige band opbouwt binnen deze muren. Waar het gros van de mensen toch zware misdadigers zijn.
Heiko wil even gaan liggen zegt hij. Vermoeid van de stress en angst natuurlijk. Als geen ander weet ik hoe hij zicht voelt. Hoe eng het is als je in een vreemd land gevangen wordt gezet en waar je niets verstaat en continu moet raden wat er nu gaat gebeuren. Dan ga ik zelf maar even verder met het beantwoorden van mijn post. Dankzij mijn lieve zus, Claudia en mijn bevriende journalist Nathalie ontvang ik veel post van lezeressen uit de Viva.
Nathalie en ik waren een leuk team en verzorgden de populaire column Dagboek van een Gigolo. Omdat vele vrouwen de rubriek erg spannend bleken te vinden ontving ik na een oproepje van Nathalie ook veel post. En het werd meer en meer. Zodoende blijf ik lekker bezig en beantwoord ik dagelijks vele brieven. Maar wat hoor ik toch steeds voor geluid? Terwijl ik goed luister om te bespeuren waar het geluid vandaan komt besef ik ineens dat het Heiko is. Met zijn gezicht in het schuimrubber kussen gedrukt om het geluid te dempen is hij aan het huilen, het geeft me kippenvel.
Wanneer ik stilletjes naar beneden kom vanuit mijn bed ga ik bij hem zitten en kan niks anders doen dan wat een vader of moeder bij een kind zou doen. Troostend fluister ik dat het uiteindelijk allemaal wel goed komt maar dat hij geduld moet hebben. Dat huilen hem niets meer oplevert dan een demotiverend gevoel van verdriet en depressie. Dan draait hij zich naar me toe met ogen vol tranen en rood doorlopen. “Het is mijn vriendin, ik hou zoveel van haar en ze draagt mijn kind nu. Maar ze woont in Colombia en zonder mijn aanwezigheid vrees ik voor haar leven en dat voor mijn ongeboren kind. De mannen die mij hebben overgehaald om dit te doen, om te smokkelen, zullen haar wellicht wat aandoen”.
Wat een verhaal zeg, bedenk ik me. Wat ik voor verhalen ik hier te horen krijg, ik zou er een boek over kunnen schrijven. Iets wat ik mezelf ook voorneem te doen zodra ik er de kans voor krijg. Maar voor nu blijf ik Heiko toespreken en troosten en uiteindelijk staat hij op om te helpen met het eten. En warempel, het lukt ons een smakelijke pasta neer te zetten waar zelfs de Italianen niet vies van zouden zijn… Buon appetito!
De volgende keer:
De brieven en post van iedereen die ik ontving hebben me enorm veel liefde en compassie gebracht waardoor ik echt overtuigd ben van de kracht van liefde en troost. Bij mijn comments gaf ik al aan dat ik een editie wil gaan schrijven over een van mijn lieve vriendinnen Soraya Belgers, in memoriam. Dat is waar de volgende editie over zal gaan, ter herinnering aan mijn te vroeg gestorven vriendin Soraya.